Wie 't Nederlandse hart eens op z'n best wil horen slaan Die moet met de muziek mee achter de fanfare aan refren': De bakker blaast de schuiftrompet Te te te te te De slager speelt de klarinet Retetet tete tete tete De koster houdt het vaandel hoog De wind blaast hem haast om En de kastelein die mag niet dronken zijn Want die slaat de grote trom Bom bom De grootste eer krijgt de pastoor Als tamboer majoor En de vuilnisman oogst de minste roem Die komt niet verder dan djing boem Djing boem 't Peerd van ome Loek staat in 't noorden bovenaan Het Janus pak me nog 'n keer dat is voor de Jordaan Voor mij gaat Rotterdam nog jaren door met hand in hand Muziek klingt nergens fijner dan bij ons in Nederland Je ziet 't niet alleen aan 't Concertgebouworkest Want ook een harmonie klingt hier in Holland op z'n best refren' 't Repetoire nam hier de laatste jaren wel 'n keer 't Ferme jongens, stoere knapen hoor je haast niet meer Een boerendans, 'n mars of een modern swing geluid Met onze harmonien kun je alle kanten uit Maar als je zou gaan vragen naar de allergrootste hit Dan hoor in heel Holland zeker na vanavond dit refren'