Heidewitska... meneer kap'laan Ik kom me biechten wat ik heb gedaan Ik wou een nonnetje verleien En met de keukenmeid gaan vrijen Heidewitska... meneer kap'laan Ik kom me biechten wat ik heb gedaan "Zondaar, ik luister", zei kap'laan in de stoel Wie zat er voor; 't was de pastoor "Kom", dacht kap'laan "Die vent belazerd de boel" Maar toen klonk eensklaps in z'n oor "Ja", zei pastoor, " 'k Ben naar de vrouwtjes geweest Zeventien keer, misschien nog meer Mijn vlees is zwak dus heb ik 't vaak te kwaad Met dat verdomde celibaat" Ach", zei kap'laan "Kom, trek je dat nou niet aan Ik zat in de tent van menige vent Als u iets anders wilt; kom rustig naar hier Ik help u d'r af met veel plezier"