Jasperina de Jong

M'n tante Leentje

Jasperina de Jong


M'n tante Leentje
Bracht in d'r dooie eentje zeven kinders groot
M'n tante Leentje
Geloofde heilig in een hemel na de dood
En ze zwoegde en ze sloofde
Maar omdat ze dat geloofde
Was het leven voor die ziel een lichte last
Zoiets kan ik heel wat keren
Van het mijne niet beweren
En ik kom nooit in de hemel, dat staat vast 

M'n tante Leentje
Had het natuurlijk veel ellendiger dan ik
M'n tante Leentje
Had nooit een reisje, nooit een vriendje, nooit een kick
En geen tijd om halve uren
In d'r spiegeltje te turen
En te denken: Lieve Leentje, opgepast
Ik dacht vandaag bij 't lippenstiften
'k Moet me later laten liften
En ik kom nooit in de hemel, dat staat vast 

Natuurlijk ook niet in de hel
Al lijkt het af en toe van wel
Als ik het niet meer zo zie zitten waar 't zat
Dan neem ik gauw zo'n rose pil
Dat is een soort van rose bril
Maar weer een andere dan mijn tante Leentje had 

M'n tante Leentje
Heeft heel d'r leven in een waanidee geloofd
M'n tante Leentje
Ze kende negentig gezangen uit d'r hoofd
Nou, ik kan het wel waarderen
Dat ik die niet hoef te leren
En dat dat programmadeel is afgelast
Maar precies als tante Leentje
Moet ik 't rooien op m'n eentje
En ik kom nooit in de hemel, dat staat vast 

Maar precies als tante Leentje
Moet ik 't rooien op m'n eentje
En ik kom nooit in de hemel, dat staat vast