M'n tante Leentje Bracht in d'r dooie eentje zeven kinders groot M'n tante Leentje Geloofde heilig in een hemel na de dood En ze zwoegde en ze sloofde Maar omdat ze dat geloofde Was het leven voor die ziel een lichte last Zoiets kan ik heel wat keren Van het mijne niet beweren En ik kom nooit in de hemel, dat staat vast M'n tante Leentje Had het natuurlijk veel ellendiger dan ik M'n tante Leentje Had nooit een reisje, nooit een vriendje, nooit een kick En geen tijd om halve uren In d'r spiegeltje te turen En te denken: Lieve Leentje, opgepast Ik dacht vandaag bij 't lippenstiften 'k Moet me later laten liften En ik kom nooit in de hemel, dat staat vast Natuurlijk ook niet in de hel Al lijkt het af en toe van wel Als ik het niet meer zo zie zitten waar 't zat Dan neem ik gauw zo'n rose pil Dat is een soort van rose bril Maar weer een andere dan mijn tante Leentje had M'n tante Leentje Heeft heel d'r leven in een waanidee geloofd M'n tante Leentje Ze kende negentig gezangen uit d'r hoofd Nou, ik kan het wel waarderen Dat ik die niet hoef te leren En dat dat programmadeel is afgelast Maar precies als tante Leentje Moet ik 't rooien op m'n eentje En ik kom nooit in de hemel, dat staat vast Maar precies als tante Leentje Moet ik 't rooien op m'n eentje En ik kom nooit in de hemel, dat staat vast