Jasperina de Jong

Het fluitketeltje

Jasperina de Jong


Meneer is niet thuis en mevrouw is niet thuis
Het keteltje staat op 't kolenfornuis
De hele familie is uit
En 't fluit, en 't fluit, en 't fluit 

De pan met andijvie zegt: "Foei, o foei!
Hou eindelijk op met dat nare geloei!
Wees eindelijk stil asjeblief
Je lijkt wel een locomotief" 

De deftige braadpan met lapjes en zjuu
Zegt: "Goeie genade, wat krijgen we nu?
Je kunt niet meer sudderen hier
Ik sudder niet meer met plezier!" 

Het keteltje jammert: "Ik hou niet meer op!
Het komt door m'n dop!
Het komt door m'n dop!
Ik moet fluiten, zo lang als ik kook
En ik kan 't niet helpen ook!" 

Meneer en mevrouw zijn nog altijd niet thuis
En het keteltje staat op 't kolenfornuis
't Fluit, en 't fluit, en 't fluit
Wij houden het echt niet meer uit
Echt niet meer uit