Des morgens lang te slapen Te geeuwen en te gapen Staat leelijk voor een kind Die altoos veel moet snappen En zotte taal wil klappen Ziet zelden zich bemind Zou ik mijn tijd besteden Aan duizend nietigheden? 'k Heb daar geen voordeel van Mijn lessen wil ik leeren Mijn meesters zal ik eeren Dan word ik haast een man