Jasperina de Jong

Brief van een ongehuwde moeder aan koningin Wilhelmina bij de geboorte van Prinses Juliana

Jasperina de Jong


Wil mij vergeven Majesteit
Dat 'k van uw koninklijke tijd
'n Ogenblikkie durf te vragen
Ik weet: 't geeft voor mij geen pas
Maar 'k docht - nou U ook moeder was -
Dat ik 't wel zou mogen wagen 

'k Heb ook 'n kindje, Majesteit
Dat, nou ik schrijf, hier naast me leit
't Is ook 'n meissie, een daggie ouwer
Morgen ben 'k weer op de been
Voor U gaat daar meer tijd mee heen
Voor ons slag mensen gaat dat gauwer 

Maar ben ik morgen overeind
Dan weet 'k, als ongehuwde moeder zijnd'
Waarachtig niet waar of ik heen moet
M'n dienst, die is me opgezeid
En al m'n laatste spaargeld ben ik kwijt
Aan kostgeld, vroedvrouw en an doopgoed 

U is fatsoendelijk getrouwd
U heeft 'n man, die van U houdt
Ach, wil in Uw geluk eens denken
Aan arme vrouwen zoals ik
Die in 'n dronken ogenblik
'n Schooier haar vertrouwen schenken 

En voor m'n meisje schrijf 'k deez' brief
Och God, ik heb 't even lief
Als Uwe Majesteit d'r eigen kindje
Moet nou dat schaap de weg op gaan
Waar nou d'r moeder op moet staan
Geen mens troost, hellept of bemint je 

Daarom: als U weer beter ben
En weer geregeld werken ken
Laat uw ministers dan eens wetten geven
Waardoor 'n kind zoals 't mijne
Als uw kind en als andere kleine
Niet als onwettig hoeft te leven 

't Is makk'lijk om te zeggen: trouw
Maar God, je bent toch mens, toch vrouw
En trouwen moet je soms bezuren
Laat 't door U zijn, Majesteit-bemind
Dat nooit 'n onbezonnen meid haar kind
Als hoerekind de wereld in moet sturen