Kom meisje, kom meisje, kom in mijn bed, m'n zeis heb ik even opzij gezet, de zandloper stil, m'n schimmel op stal, wees zeker dat ik je bevredigen zal ! M'n bed is van 't stevigste eikenhout met knoppen van zilver en hengsels van goud van binnen met witglimmend zink beslagen, geen worm die ooit aan je botten komt knagen. Kom, knuffel m'n knoken en strek je naast mij, omstrengel m'n ribben en streel m'n dij leg je handje in m'n bekkenbeen leg je hoofdje neer op m'n sleutelbeen. Je slaapt nu, je bent klaar voor de reis, dan ga ik heel zachtjes om m'n zeis, ik haal verstolen m'n schimmel van stal, ik wed dat je lekker slapen zal !