In zijn kamer hangen foto's van de vaart En zijn grauw versleten pet heeft hij bewaard Noodgedwongen ruilde hij de woeste zee voor een kamertje aan wal met aow Maar een zeeman kent geen rust, hij dwaalt uren langs de kust En dan waant hij zich op zee, ook al neemt geen schip hem mee In gedachten vaart hij naar Marseille in gedachten staat hij op de brug De herinnering geeft hem de jaren en de schepen van vroeger terug Op een ochtend was hij al heel vroeg weggegaan Bij de brug is hij toen even blijven staan Iemand vroeg nog: voelt u zich niet goed Maar de zeeman zei: "het gaat wel, het moet" Hij vermande zich en liep richting zee, die altijd riep Tot hij plotseling heel bleek, het noodlot in de ogen keek Met de woorden ik ga naar Marseille, zakte hij op de brug in elkaar Het laatste dat hij nog zag was het ijzer Het ijzer van een versleten brancard Met de woorden ik ga naar Marseille, zakte hij op de brug in elkaar Het laatste dat hij nog zag, was het ijzer Het ijzer van een versleten brancard