Je kan het nergens meer aan zien Dat ome Kees en tante Mien Hier zevenendertig jaar Heibel schopten met elkaar Vloeken braakten Kindjes maakten Koffie lurkten Op 't stoepie hurkten Met mekaar Ome Kees en tante Mien Maar dat kan je nergens meer aan zien Kees en Mien zijn onderlaatst door een meneer Afgevoerd naar iets moderns in Bijlmermeer Of je nou heel diep snuift of niet Het ruikt nooit meer naar ome Piet Die altijd hier op het plat Stiekum bij z'n duiven zat Die sekreten Want ze scheten Hel-en-donder Je wasgoed onder Naast dat plat Toch gezellig, indertijd We zijn met de duiven Piet ook kwijt Piet moest uit z'n krotje op z'n ouwe dag Naar een gesticht waar je geen beesten houen mag Nou ligt hier puin. Maar vroeger: Drop En toverballen. Die zijn op De snoepvrouw is weggezet In een grijsbetonnen flat En de liederen Door iedereen gezongen Uit bolle longen Het is net Of ze nooit hebben bestaan Doodgedrukt in 't puin van de Jordaan Slechts het slagwerk van de slopershamer klinkt Terwijl Han van Waanzin-aria uitzingt