Jaap Van de Merwe

Mensen zonder gladde ringen

Jaap Van de Merwe


Wij, mensen zonder gladde ringen
Staan reeds aan zoveel lelijks bloot
Laat ons nu ook eens iets bedingen
Al zijn wij maar verstekelingen
En altijd in de boot

Is voor partukuliere pretjes
Een eigen home iets ongewoons
Wij vragen dus beleefd en netjes
Waarom voor ons geen eigen flatjes
Desnoods maar tweepersoons

Er moet een ruime badcel wezen
Maar geen afzonderlijk boudoir
't Mag klein zijn, want men zal ten deze
Gezinsuitbreiding zelden vrezen
Tenzij dan adaptoir

En daar kunnen wij als vrinden
Ons ontzettend op gaan winden
Ook al zegt zo'n bisschop
Dat er iets aan schort
En dat wij ons moeten schamen
Want al slapen wij steeds samen
Van ons twee er nooit een zwanger wordt

'k Voel m'n handen jeuken
Om er kletsend op te beuken
Bij zo'n droge, bleke, blote kont
Van die schijnheilige
Gijzen en Simonis
Met een smoel of dat gewoon is
Loopt dat zelf in zulke jurken rond

't Zal minder advertenties geven
In de Toeristenkampioen
Wij moeten echter toch ook streven
Naar algemeen organisch leven
Ook buiten het seizoen

Het gaat niet aan, ons te verdoemen
Waar zijn de Rechten van de Mens
Wij gaan ons er niet op beroemen
Laat ons elkaar geen Mietje noemen
Maar ook wij zijn eksemplaren
Van de Homo Sapiens