Hoogleed 7, 4-6/12-13 Bruidegom Je beide borstjes Zijn als twee kleine konijntjes Je hals is als een merel Die uitkijkt naar de zon Oogjes als twee vijvers Twee vijvers Omzoomd door het Mosbeekdal Als het staartje van een eekhoorn Zo zuiver is je neus Draden van purper Heb je gevlochten in je haar En mij Heb je er bij ingevlochten Bruid Kom m'n lief En laten we naar buiten gaan Ons te buiten gaan aan plezier Dan trekken we morgenvroeg langs de essen Om te kijken of het groen al groeit Of de knoppen al springen En de kersen al bloeien Dan laat ik je Van liefde Gloeien