Hek Youp Van 't

Wie zal er mijn wagen duwen

Hek Youp Van 't


Je ziet ze in de Efteling, maar ook wel in Slagharen 
ze duwen de debielen door de oude dierentuin 
ze snuiten natte neuzen en staan vaak mee te staren 
ze slepen ze door stad en land en ook door bos en duin 

ze vegen moeders billen af, ze voeren oude monden 
ze zijn vaak hele weekenden, dag en nacht de klos 
eentje die ligt door, en wie verbindt de wonden 
en ze moeten dikwijls ook nog uren kijken naar de Tros 

Wie, oh wie zal mijn wagen duwen? 
wie oh wie rijdt mij door de stad? 
wie oh wie, en wie rijdt de uwe? 
of heeft u het daar nog nooit over gehad? 

Je ziet er niet zoveel, dus het zal wel goed betalen 
ze zijn al miljonair of tenminste erg duur 
of is er voor hen toch niet zoveel te halen? 
zijn de druiven toch een beetje erg zuur? 

zijn het dan alleen nog maar de idealisten 
die de wagens duwen, duwen door de stad? 
en zeg nou later niet dat we dat niet wisten 
zeg nou later niet op die momenten dat 

je beseft: ik kom te zitten in die wagen, 
want er komt een dag en dan loop je niet meer door 
en wie moet je dan bellen? wie moet je dan vragen? 
misschien wil er wel niemand, zegt iedereen: "Sorry hoor..." 

Wie, oh wie zal mijn wagen duwen? 
wie oh wie rijdt mij door de stad? 
wie oh wie, en wie rijdt de uwe? 
of heeft u het daar nog nooit over gehad? 

Ooit komt er een dag en dan zit je in die wagen 
ooit komt er een dag en dan loop je niet meer door 
wie moet je dan bellen? wie moet je dan vragen? 
misschien wil er wel niemand en moet er een hondje voor 

Wie, oh wie zal mijn wagen duwen? 
wie oh wie rijdt mij door de stad 
wie oh wie, en wie rijdt de uwe? 
of heeft u het daar nog nooit over gehad?