In het zadel van mijn paard zo oud Volg ik het pad naar de terp in het woud Door angst bevangen vlakbij het moeras Tracht ik te vluchten voor het onheil dat mij nu wacht Voel de blikken van de wezens der nacht Verleid door de nevel in haar gestalte Schemering, het spookuur wacht Een vrouwenstem gebiedt mij terstond te volgen Herrezen uit de terp in 't woud Rusteloze zielen bevlogen door woede Met hun bloed doorlopen ogen, het gekrijs schalt door de nacht De witte wieven gaan al dansend op jacht Hun rust verstoord Ik ben verdwaald, mijn dwaasheid speelt mij nu parten Ik vervloek deze nacht Ik vraag mij af Brengt deze schim mij de dood vannacht...vannacht