Sjonnie staat op de rand van het flatgebouw De mensen kijken, wanneer springt ie nou De wind waait door z'n haar Hij voelt zich vrij, heel even maar Dan staart ie recht voor zich uit Hij twijfelt en schuift terug naar het raam Het spijt 'm, waarom is ie hier gaan staan Een voet voor de ander, 'n lange weg te gaan Maar hij struikelt en valt naar beneden Refr.: Hij heeft het zo vaak geprobeerd Hij miste steeds de boot 'k heb hem nog opgetelefoneerd Ik gaf het op, hij nam niet op De lijn bleef dood Als ie valt van tien etages hoog Z'n leven in een flits voorbij De brandweer staat paraat Met een vangscherm, groot formaat Maar sjonnie valt er net naast Refr. Toen ie zeventien jaar oud was En in het buurthuis spelen mocht Op het podium stond hij als van steen Hij kende zo veel liedjes Nu wist ie er niet een Tomaten vlogen om z'n oren Was dit nou wat ie zocht, ohoo Refr.