Onttrek mij aan het zoeken van vragende handen en het schokken van jouw oneindige uitbreiden als de poorten, negen, uitgeschuurd worden Doof dan de wereldas onder het membraan Verslind mijn met zweetdruppels bepareld lichaam van binnenuit ik ben de boetedoening van alle asceten Jouw geur onder mijn poriën is een zonde een blind leven met blinde ogen Hier is het spiegelkluwen van nu, een dose wanhoop in kristallen Alleen een greep in de nacht