Er ligt een oma in het water Haar tasje dobbert er ook rond Op de kade staan wat mensen En haar o zo bange hond Die oma, die kan niet zwemmen Of heeft het lang niet meer gedaan Ondanks haar gespartel Blijft haar hoofd steeds ondergaan Iemand zal haar moeten redden Beademen, van mond tot mond Maar we kijken het nog even aan En sussen zacht de hond Twee goede zwemmers gaan op huis aan Want er wacht een vrouw met maal Een agente sist venijnig "Die pest past ons allemaal" Plons, daar ligt de hond in 't water Een hoeraatje van de kant klinkt op Dat is nou een echte kerel Die redt oma, let maar op Iemand zal haar moeten redden Beademen, van mond tot mond Maar we kijken het nog even aan En wedden op de hond Door de golfslag van 't gespartel Wordt oma naar de kant gedreven Zij klimt hijgend op de wal Laat de hond dan nu het leven Iemand zal hem moeten redden Beademen, van mond tot mond Maar we kijken het nog even aan Wie redt er nou die hond Iemand zal hem moeten redden Beademen, van mond tot mond Maar we kijken het nog even aan Wie redt er nou die hond