Kinderen leven zich uit in een land dat uit regen en plassen en keien bestaat Als er een tak in een modderpoel drijft Zien ze boten voorbij varen midden op straat Met een hoop zand of een goot met wat modder, of grind Zijn ze rijk Want bij de put ontstaan echte rivieren De stoep is een dijk Ieder klein kind voelt zich rijk met een cent Of bouwt in bed op een middag een tent van zijn laken En met zijn kussen weet hij er een leeuw bij te maken Wonderen iedere dag in het land van de mensen Twintig jaar terug zag ik zelf in mijn bed Nog een zeilschip dat 's nachts naar Amerika voer Dwars door de wolken en vlak langs de maan Met mijn opa voorop en ikzelf aan het roer Waar bleef het jochie dat vuurstenen spaarde en hield Van zoethout Waarom ben ik niet meer bang en verlegen Ben ik dan al oud Toen hielden engelen naast mij de wacht Nu zien m'n kinderen ze zelf in de nacht, op de gordijnen Ik, krijg het koud als ik denk dat dat eens, zal verdwijnen Jezus waarom worden kinderen ooit grote mensen