Het is al laat als hij voor de tv En languit in een lekker luie stoel zit En zij zich met een strijkplank en een bout En pasgewassen washandjes als doelwit Op haar manier best nuttig bezighoudt Al vindt het werk maar moeizaam zijn voltooiing "De buurvrouw", zegt ze, "heeft me toevertrouwd Dat ik als huisvrouw recht heb op ontplooiing Wat denk je, wat bedoelt ze daar nou mee?" Dan zegt hij, zonder op of om te kijken: "Ontplooien is een ander woord voor strijken!