Met negentien ton plastic en papiertjes En zevenduizend blikjes (a tien gram) Verraadt men elke dag in Amsterdam Vervelende vervuilende maniertjes De resten van een kleine veertig biertjes Zes fietsen, vijf condooms, een boterham Alleen al aan de Marnixkade kwam Ik tot een lijst van twee a drie a4'tjes En als je denkt: dat worden ze wel beu Er komt een dag, dan krijgen ze er spijt van Dan schamen ze zich diep voor hun gedrag Dan zeg ik: "Ach, die zorg voor het milieu Een echte Amsterdammer heeft daar schijt an" (Zo'n tachtigduizend kilogram per dag)