Fons Jansen

Electricien

Fons Jansen


"Ik ben electricien in kerkelijk verband. Ik werk zowel voor de deken als voor
de dominee. Ik ben zelf niet vroom. Ik zeg: naar de kerk gaan dat is geen
kunst, maar d'r overheen klimmen
Voor mij zijn alle gelovigen hetzelfde. Wat bij de een de sacristie heet, heet
bij de ander de montessorikamer
Je mag het van mij Luthers noemen of evangelisch of Nederduits of rooms, in de
grond van de zaak is het allemaal Philips en Unilever. Ja maar, zeggen de
roomsen dan, zij hebben een geloof van het jaar 1517 en wij hebben een geloof
van het jaar nul. En dan zeggen ze tegen mij: Jij als heiden hebt geen
verklaring voor het feit dat Petrus op het water kon lopen. Ik zeg: Het wordt
uitgezocht in het waterloopkundig laboratorium
Neem nou de sekten. Dat is toch lood om oud ijzer. Staan er in ene twee
Engelse hormonen voor de deur. En de vrijmetselarij, heb je dat hier ook? Ook
een asociale beweging: de ene helft zit in de loge, de andere helft metselt
zijn eigen de beroerte. En dan heb je nog de humanisten. Dat zijn die mensen
die geloven dat ze niks geloven. Die zeggen gewoon: Er is niks. Maar het
ergste van het hele zootje zijn voor mij nog de Anglicanen
Met die bisschop Robinson die die boekjes schrijft. Die man zijn schoenen zijn
prima, maar hij moet niet schrijven. Nee, als je een goeie naam hebt in
schoenen, daarom kun je nog niet schrijven! Zo'n man denkt: Moliere heeft het
ook gedaan dus vooruit maar, maar zo is het niet

Gisteren werd ik nog opgebeld door de deken. Ze hebben hier een hele moderne
deken. Ze hebben hier een elektrische deken. Een hele sympathieke man. Je kan
d'r gewoon mee praten. Het is net een mens, zal ik maar zeggen
Ik heb al menig karweitje voor de deken opgeknapt. Achter in de kerk heeft-ie
twee van die stenen tafelen staan met de tien geboden erop. Zitten onder de
spinrag. Want ik zeg nog: Is de huishoudster niet genegen de tien geboden te
onderhouden? Hij zegt: Ze kan ze niet van hun plaats krijgen, ze zijn te
zwaar. Ik zeg: Dan moet u de tien geboden verlichten. Hij zegt: Ze staan te
laag. Ik zeg: Dan moet u de tien geboden opheffen
Nou kon dat feitelijk niet, want daarboven stond weer een gouden kassie met
relikwieen. Hij zegt tegen mij: Je weet nog niet eens wat relikwieen zijn. Ik
zeg: O nee? Ik zeg: Dat zijn losse onderdelen van heiligen
Afijn, die deken belt mij op. Ik zeg: Wat is er aan de hand? Hij zegt
Elektricien, moet je horen. Als ik op de preekstoel sta, staat er geen licht
op. Ik zeg: Wat er dan wel op staat, slaat dat wel eens door? Nou, toen ging
er bij de deken een lampie branden
Ik ga gerust niet kijken. Als elektricien, je blijft lopen bij die roomsen
Hij zegt: Hoezo? Ik zeg: Voor de oorlog waren jullie veel te sterk geisoleerd
en nou hebben jullie kortsluiting. Hij zegt: Waar dan? Ik zeg: In de leiding

Nou kom ik weer net bij de dominee vandaan. Hele dominee in paniek
Geluidsinstallatie in de prak. Hij zegt: Elektricien, heb je mijn laatste
preek gehoord? Ik zeg: Dominee, ik hoop het. Want ik zal u vertellen, mijn
schoonzuster is zwaar gedeformeerd en die gaat nog wel eens bij hem luisteren
maar die zegt ook: Ik zou het evangelie nog wel begrijpen, als hij het maar
niet telkens uitlee
Wat was er nou met die geluidsinstallatie aan de hand? Daar zat een galm in
Dan stond-ie op de kansel en dan zei die van: Wat moeten wij doen, deugd of
zonde? Zonde, zonde, zonde
Nou, ik zal het je sterker vertellen, hoe de elektronica kan leiden tot
zedelijk misverstand. Een week later staat-ie op dezelfde kansel en stelt bij
wijze van spreken, zal ik maar zeggen, de vraag: is overspel natuurlijk
Natuurlijk, natuurlijk, natuurlijk
Ik zeg: Van mij mag u het zo laten, maar u krijgt er last mee. Dat wordt
schade aan zielen van derden. Hij zegt: Jawel, elektricien, ik heb het hele
apparaat uiteen genomen, ik heb het in elkaar gezet en ik hou geen schroefie
over. Ik zeg: Nee, en geen moer. Maar we kunnen 't verhelpen dominee. Daartoe
moeten wij samen even de werkelijkheid nabootsen. Hij zegt: Hoe bedoel je? Ik
zeg: Nou, gewoon, u gaat op de kansel preken en ik ga ondertussen naar de
knoppen. Nou mevrouw, hij heb twee zinnen gepreekt, ik zeg: Hou er maar mee
op, ik zie het al op de meter: als u preekt maakt u geen contact met de aarde
En dan zit er nog een stekker verkeerd om, dus u preekt ook nog een keertje
tegen de stroom op. Wilt u nou eens het advies hebben van een vakman? Weet u
wat er in jullie kerken te veel zit? Verdeelstekkers. Dan kunnen jullie
evenzogoed nog wat leren van de vijand in Rome. Want die schakelt alles op een
centrale. Wat zegt u? Als die doorslaat, tast iedereen in het duister. Nou
hebt u gelijk

Aan het eind van zo'n voorstelling hoop je altijd maar, dat iedereen weer met
hetzelfde geloof naar huis gaat als waarmee hij gekomen is
Want je maakt wat mee. Mensen die binnenkomen met de twaalf artikelen en
weggaan met artikel eenendertig. Dat je moet zeggen: Leg dat artikel terug
Dat je moet zeggen: er wordt niet geruild
Want als je een ander geloof had willen hebben, dat had je eerder moeten
beslissen, dat is nu te laat. Dat kon alleen op de dag van je geboorte. Een
kwestie van verkeerd voorsorteren, daar kom je ook nooit meer uit."