Vroeger was het Praathuis Vol vertier Voor ieder dier Voor ieder dier Toen vloeide prik en grenadine Rijkelijk, in overvloed Toen draafde ik met porties noten Toen was het GOED Maar nu, kijk zelf maar Het is niks meer Eenzaam en verlaten Staat het Praathuis in het woud Je hoort geen dier meer Vrolijk praten De kachel uit Alles is koud En strakjes komt de Tand des Tijds Die alles doet verslijten Die alles doet vergaan Dan zie je me staan grienen Bij mijn ruine Bij mijn ruine... (snik, snik)