Zeg mij: waar, in welk ver domein Is Flora, die schoon van gezicht was; Archipiades, rank en fijn En Thais, die haar volle nicht was Nimf Echo die tot zang verplicht was Als men haar riep langs stroom of meer En die goddelijk slank en licht was En waar is de sneeuw van weleer Heloise, ach waar is zij Die zo schoon was en veel verstand had Abelard trok de monnikspij Voor haar aan, toen men hem ontmand had En de Vorstin die een galant had Buridan, die zij zonder meer In de Seine wierp als een landrat En waar is de sneeuw van weleer Vorstin Blanche, die blank als ijs Met haar stem menig man bekoord heeft; Berthas, Alice en Beatrijs; Arembourg voor wie 't Maine-oord beeft; En Jeanne die men wreed gesmoord heeft Ginds in Rouaan, bij 't Britse heir Maagd, weet Gij waar elk hunner voortleeft En waar is de sneeuw van weleer Oh Prins, verklaar mij waar hun woon is Want anders zing ik keer op keer Deze keerzang die droef van toon is Ach, waar is de sneeuw van weleer