Het aldermooiste is het ijsje Als je gaat eten in de stad Dat weet elke jongen, elk meisje; Het mooiste, het mooiste is dat Ze maken zo veel van dat toetje Zo'n toetje is altijd zo veel Waar moet je beginnen, wat moet je? 't Is groen, 't is wit en 't is geel Daar tussendoor drupt limonade De slagroom ligt daar bovenop Daaronder is iets wat je mag raden: De slagroom heeft kersjes verstopt Maar bovenop dat fijne, dat koude Daar staat zo'n rode parasol! Dat papier-parapluutje mag je houden En van ijs heb je jouw buikje vol