'k Schrijf een briefje, beste Gerrit, dat ik nooit meer bij je kom Het is uit, het is finito, doe je das maar zelf om En je vissen kan ik missen en je was je sokken nou maar zelf Het is niet meer uit te wissen, de verhouding staat op half elf refr.: 't Menselijk leven Om het even of je rijk of arm bent Zit vol meewoed en ellende 't Is een rotzooi en een bende Nee het valt niet altijd mee Maar vooruit: Je Mentendrai In een hutje op de heide, van zo'n anderhalf ton Ligt een weeskind, zonder ouders, bruin te braaien in de zon Zij is twintig, de maitresse van een handelaar in ferse prei Die kan thuis zijn dorst niet lessen, daarom doet'ie dat maar op de hei refr. In de bajes, wat niet fraai is, klaagt een jongen steen en been Hij bestal z'n eigen moeder en vergreep zich aan haar A.O.W En zijn vader, een deurwaarder, moest zijn eigen zoon de das om doen Het gezin totaal ontredderd, en dat alles voor een beetje poen refr. Maar vooruit Je Mentendrai