Gister'avond bracht ik m'n zoontje naar bed En toen zei 'ie: "Ik heb met m'n vriendje gewed Dat ik morgenvroeg op school 'm vertel wat verliefd-zijn is" Ik zei: Luister, m'n jongen, je vader en ik Die zagen elkaar, men noemt dat een blik En toen wisten wij: vanaf dat moment stond de wereld stil Hij zei: "He, hallo, waar ken ik jou van" Dat was onzin natuurlijk, maar zo is een man Er moet iemand zijn die 't eerste iets zegt En dat was je papa, ja m'n zoon, zo zag ik voor 't eerst je pa" refr.: Ik heb later nog veel aan dat moment t'rug gedacht De afspraak, toen ik 's avonds door 'm thuis werd gebracht Was de hoofdingang van Artis, en hij zei tegen mij: "He, de apies van Artis, de beertjes van Artis zien straks hoe ik van je hou Tot zondag in Artis, dat lijkt me zo leuk met jou Tot zondag in Artis, dat lijkt me zo leuk met jou" Nou, daarna kwam 'ie vaker, zo werd ik verliefd En vlak voor we trouwden zei hij: "Asjeblieft" En gaf me die gouden ring die ik draag Van toenaf tot vandaag En een tijdje daarna, toen kwam jij in de flat En nu lig je hier, in je kamer, in bed En daar zijn we blij mee, nu weet je precies Wat verliefd-zijn is refr.