Hij is een soort van Don Quichot Dolend in het hoge noorden Waar het koud is en berekenend Waar de zwarte raven leren Dat je passie moet vermoorden Hij is een droom van vlees en bloed Hij heeft die raven nooit begrepen Met zijn hoofd in de wolken Als een kind van de wind Dat zijn leven lang blijft zweven Hij kijkt alleen omhoog Zo dwaalt hij door de tijd Want wie de weg niet ziet Die raakt de weg niet kwijt Hij is weerloos, tijdloos, grenzeloos Zijn leidraad is een dwaallicht in de nacht Weerloos, tijdloos, mateloos Hij zingt met de kracht van de onmacht Zijn stem is eb, zijn stem is vloed Hij valt, staat op, slaat op de vlucht Zo vaar je mee Op zijn woordenzee Dit schip, het kent geen weg terug Alleen een stad, een havenstad Daar legt hij aan, daar gaat hij heen Zij vangt hem op Zij houdt hem vast Als hij bij God niet weet waarheen Want hij kijkt alleen omhoog Zo dwaalt hij door de tijd Want wie de weg niet zoekt Raakt de weg niet kwijt Hij is weerloos, tijdloos, grenzeloos Hij volgt alleen een dwaallicht in de nacht Weerloos, tijdloos, mateloos Hij zingt met de kracht van de onmacht