Een vreemde, verre sluier van nevel en van dauw Ligt altijd in de ogen van ied're mooie vrouw En kijkt hij in de mijne, m'n lippen wijze mond Wat ziet hij dan verschijnen, de ware diepe grond refrain: Ik ben van top tot teen de liefde toegedaan Want dat is mijn bestaan, en niks anders Dat is, hoe zal ik zeggen, toch mijn ware aard Ik heb de liefde lief, en niks anders Mannen omzwermen mij, als motten om een vlam En als ze verbranden, dan is dat hun probleem Ik ben van top tot teen de liefde toegedaan Want dat is mijn bestaan, en niks anders Krijg ik hem in mijn handen, een man die bij mij past Die ik nooit los zal laten, ik houd hem stevig vast Ik kan niet anders leven, ik ben 't zo gewend Steeds liefde, steeds alles geven, genieten tot 't end refrain