Achter don’kre horizonten van Europa’s woudgewelf Een uitvaart, dieper dan de schaûw, voltrekt in het jaar ’11 Aan de opgang van ’t gestamte speelt een herinnering der dag; Tragiek der laatste stralen, sterkt het woud met wild bejag 100 jaren na uw dood Hoor ik uw Symphonie Avondlandse lotgenoot Ontsteek uw zegevuren! Voor altijd in mijn hart vergood Maakt mij uw evenknie O zegevierend morgenrood Der stille ochtenduren! Wielend langs de hemel, door de alven opgespaakt Het firmament in winterslaap, opdat zij weer ontwaakt! Divergent bespannen, een geest als sterrenlicht Getand met wilde vlammen; duidt het nieuwe tijdsgewricht! Luidt mahleriaanse leus Zonnegloren, glorieus! De uitvaart is onlangs vereeuwd De tijd die alle wonden heelt 100 jaren na uw dood Hoor ik uw Symphonie Avondlandse lotgenoot Ontsteek uw zegevuren! Voor altijd in mijn hart vergood Maakt mij uw evenknie O zegevierend morgenrood Der stille ochtenduren!