Moet je horen, lieve kind'ren Schattebouten, hoor mij aan Kijk niet te veel naar grote mensen Het lachen zou je gauw vergaan Moet je ze op straat zien lopen Hun gezichten streng en lang Let asjeblieft er niet te veel op Anders, kind'ren, word je bang refr.: Lach je krom, lach je een bult Beter word je nog een drommedaris Dan zo'n strenge, sereneuze, volgewassene Met zo'n gezicht van zure zult En lachen doe je zo Van je haha-hahaha-hahahahahaha Hoe vaak hoor je ze niet zeggen "Kind, maak niet zoveel lawaai" En dan ben je gewoon aan 't lachen Wat zijn grote mensen saai Lach dus luid, mijn zegen heb je Gier en brul en leef je uit Heel veel lachen helpt misschien Dat je, als je groot bent Er een beetje vrolijk uit zult zien refr.